Verwijsinformatie en wachtlijstoverbrugging
Een verwijzing van de huisarts is niet nodig (een melding aan de huisarts volstaat) als:
- De cliënt wordt overgedragen van de generalistische basis-GGZ naar de gespecialiseerde GGZ en vice versa. Dit geldt voor cliënten die in behandeling zijn gekomen.
- Een cliënt wordt verwezen van de ene naar de andere specialist in de GGZ. Bijvoorbeeld: elke regiebehandelaar in de GGZ mag zelfstandig verwijzen naar een psychiater.
- Een cliënt zich binnen 365 dagen na afloop van een behandeling opnieuw aanmeldt bij een GGZ-aanbieder.
Een nieuwe verwijzing voor de huisarts opstellen is in principe optioneel wanneer een patiënt al bij intake of screening wordt afgewezen door de instelling (na eerst verwezen te zijn door de huisarts). De GGZ instelling bepaalt zelf of zij de huisarts vraagt om de eerdere verwijzing door te sturen naar een ander (soort) instelling die wel zou kunnen passen of dat zij deze verwijzing zelf opnieuw verzorgen.
Bij Centiv is het beleid de huisarts te verzoeken de originele verwijzing door te sturen aan de andere zorgpartij (met evt de terugkoppelingsbrief van Centiv als bijlage). De belangrijkste redenen hiervoor zijn:
- Centiv mag contractueel gezien geen overbruggingszorg leveren voor cliënten die niet bij ons in behandeling en niet passend zijn. Bij het zelf opstellen van een verwijzing kan de suggestie bij zowel de eerdere verwijzer als de ontvangende instelling gewekt worden dat er sprake is van overbrugging door Centiv. Hierin ligt een gevaar voor de cliënt als er een gat ontstaat.
2. Wanneer Centiv wel zou doorverwijzen krijgen wij een terugkoppeling van de nieuwe instelling. Wij staan bij hen dan bekend als verwijzer terwijl de cliënt bij ons niet in beeld is. Risico’s die dan ontstaan zijn mogelijke gevaarlijke situaties omdat belangrijke informatie op de verkeerde plek terecht kan komen. Daarnaast levert het AVG problemen. Centiv heeft geen beeld van wat er bij de cliënt in de tussentijd wijzigt (bijvoorbeeld voor wat betreft medicatie). In de praktijk levert dit veel verwarring en onnodige (mis)communicatie op.
3. Als Centiv doorverwijst dan zou dat voor de doorverwijzende GGZ professional kunnen betekenen dat deze de verantwoordelijkheid neemt (ook tuchtrechtelijk) over een cliënt die niet in zorg is/komt en ook niet in beeld is.
4. Helaas zijn er ook enkele verwijzers die denken: "als ik een patiënt verwezen heb dan ben ik ervan af. Want we hebben het al zo druk in de praktijk. De GGZ zoekt het maar uit en de patiënt is ergens ondergebracht." Deze houding helpt niet om verkeerde verwijzingen tegen te gaan, waardoor cliënten soms na vele weken wachten op de verkeerde wachtlijst blijken te staan. Je wilt met elkaar leren van verkeerde verwijzingen om dit te voorkomen voor een volgende keer. En er zijn allerlei mechanismes bedacht om een te lange wachttijd tegen te gaan die dan niet worden benut (zie hieronder verderop). Het is dus een vorm van symptoombestrijding die veel schade geeft.
Wat Centiv wel doet (dit is bij ons al vele jaren beleid):
- Centiv zal altijd bij afwijzing tijdens intake/screening de huisarts of POH GGZ benaderen met toelichting waarom de cliënt wordt afgewezen zodat deze daarvan kan leren voor een volgende keer. Ook evalueren wij altijd of we zelf al eerder bij ontvangst van de verwijsbrief beter hadden moeten kijken en of we hiervan moeten leren voor volgende verwijzingen. Ook kijken we naar de passendheid van ons behandelaanbod.
- Wanneer cliënten bij ons in zorg zijn gekomen en doorgestuurd moeten worden dan stuurt Centiv zelf de (door)verwijzing. Daarnaast zorgt Centiv dan dat er een vorm van overbruggingszorg beschikbaar is wanneer nodig.
Bij Centiv wordt 7% (gemiddeld 2024) van het aantal cliënten afgewezen bij de intake vanwege te zware problematiek. De hoofdredenen hiervan zijn:
- De verwijsbrief bevatte te weinig informatie waardoor het minder ernstig leek dan op het intakegesprek bleek zodat multidisciplinaire zorg nodig bleek. De verwijzer had meestal in dit geval ook de inclusiecriteria niet scherp of heeft verzuimd te bellen bij twijfel.
- De cliënt uitte informatie in de intake die ook niet bij de verwijzer bekend was, maar die de complexiteit aanzienlijk verhoogde zodat multidisciplinaire zorg nodig bleek.
- De cliënt gaf aan de Engelse of Nederlandse taal goed te beheersen, maar dit bleek in de praktijk niet het geval en voor de complexiteit van de in te zetten behandeling was taalbeheersing een vereiste.
- De toestand van de cliënt verslechterde aanzienlijk gedurende de wachttijd tot de intake (zonder dat hierover iets bij Centiv bekend was) zodat multidisciplinaire zorg nodig bleek.
Wat te doen bij te lange wachttijden?
Wanneer er sprake is van lange wachttijden in de GGZ dan is het belangrijk om de cliënt zorgbemiddeling te laten inschakelen van de zorgverzekeraar. Die hebben een verplichting om de cliënt binnen 10 weken ergens onder te brengen. Ook kan door de huisarts of POH GGZ gebruik gemaakt worden van de regionale transfertafels om een cliënt ergens snel onder te brengen: zie ook de websitepagina https://www.lhv.nl/nieuws/in-kaart-regionale-aanspreekpunten-bij-vastlopen-verwijzing-naar-ggz/.
Twijfelt een huisarts of iets past bij een GGZ instelling? Stuur dan niet gewoon de verwijzing op goed geluk, maar neem als huisarts of POH GGZ even contact op met de instelling om de verwijzing vooraf te toetsen. Een telefoontje van een paar minuten kan dan veel teleurstelling en eventueel onnodig wachten voor de cliënt schelen. Centiv is daarvoor tijdens kantooruren bereikbaar op de overleglijn uit ons keuzemenu op ons telefoonnummer 088-4782200.
Steeds meer regio's gaan werken met het verkennend gesprek (IZA) waarbij (bijvoorbeeld bij twijfelcasussen) van te voren kan worden gekeken naar de juiste zorg passend bij de GGZ hulpvraag. Hopelijk zal dit het aantal niet passende verwijzingen in de toekomst kunnen verlagen.